Op 4 augustus 2020 ging het in Beiroet gruwelijk mis toen naar schatting 2.750 ton ammoniumnitraat tot ontploffing kwam en 158 mensen om het leven kwamen en meer dan 6000 gewond raakten. De ramp laat zien dat de opslag van gevaarlijke stoffen onder goede regels dient plaats te vinden, maar ook serieus genomen dienen te worden. Maar hoe is dat in Nederland geregeld?

Ammoniumnitraat (NH4NO3) als stof is een zeer goed in water oplosbaar zout van salpeterzuur en ammoniak en word vaak gebruikt in kunstmest. Hoewel het bekend staat als een ‘niet ontvlambare’ stof, kan het toch onder bepaalde omstandigheden exploderen. Wanneer het maar voldoende warm wordt, kunnen er gassen ontstaan waaronder mogelijk stikstofdioxide. Wanneer er dan een klein beetje brandstof bijkomt gaat het mis. De eerste brand in Beiroet ontstond in de nabijgelegen vuurwerkopslag wat zorgde voor de opwarming. In combinatie met het gegeven dat de ammoniumnitraat daar al een paar jaar lag en de korrel al wat poreuzer was zorgde voor voor de ramp.

Nieuw zijn de risico’s niet: in 1941 kostte een ongeval met ammoniumnitraat 189 inwoners van Tessenderlo het leven. In Texas City explodeerde in 1947 het Franse vrachtschip SS Grandcamp met 2300 ton ammoniumnitraat aan boord. Hierbij kwamen ruim 500 mensen om. In het Franse Toulouse ging het in 2001 mis en in de Oost-Chinese stad Tianjin ging het in 2015 mis. Hier lagen lichtontvlambare nitrocellulose en ammoniumnitraat bij elkaar in de buurt opgeslagen.

De regels voor de opslag van dit soort stoffen is in Nederland zijn primair vastgelegd in de PGS7. Bedrijven die deze stoffen opslaan en vergunningsplichtig zijn hebben de regels die in de PGS7 staan in hun vergunning staan. Meststoffen worden in de PGS7 in groepen ingedeeld. Afhankelijk van de risico’s van de verschillende soorten kunstmeststoffen zijn technische en
technisch-organisatorische maatregelen en voorzieningen nodig om de risico’s te beperken en te beheersen. Bedrijven die veel van dit soort stoffen in opslag hebben kunnen ook nog te maken krijgen met de BRZO. Ammoniumnitraat is een bij naam genoemde stof. Of men onder dit besluit valt hangt samen met de hoeveelheid concentraat in de stof, maar bij meststof kwaliteit ben je bij 1250 ton een laagdrempelige inrichting en val je dus onder het BRZO. Overigens is dit geen Nederlandse regelgeving. Het BRZO is een besluit naar de Europese Seveso richtlijn. Dit betekent dat ook binnen andere Europese landen bedrijven in zekere mate met bepaalde regels van de Seveso te maken hebben.

VNCW Consultants zijn specialisten op het gebied van gevaarlijke stoffen opslag en externe veiligheid. Zij staan bedrijven bij die te maken hebben met één van de pgs-en, vragen milieuvergunningen aan, waarbij ze ook alle bijbehorende onderzoeken uitvoeren. Ook begeleiden ze BRZO bedrijven bij de implementatie van de verplichtingen en voeren ze audits uit. Op zoek naar ondersteuning, neem contact met ons op.