Het Nederlandse kabinet heeft drie gebieden gekozen waar de komende jaren windparken op zee kunnen worden ontwikkeld. Met deze keuze wordt het doel uit het Energieakkoord om meer windenergie op te wekken, zo goedkoop en zo snel mogelijk gehaald. De ministerraad heeft hier op voorstel van minister Kamp van Economische Zaken en minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu mee ingestemd.
‘We willen meer duurzame energie, maar dat willen we wel zo goedkoop mogelijk doen. Met dit plan kunnen windmolens op zee gebouwd worden tegen zo laag mogelijke kosten voor burgers’, aldus minister Kamp.
In het Energieakkoord is afgesproken dat er 3450 MW extra energie in 2020 opgewekt wordt door windmolens op zee. In 2015 kan in Borssele worden gestart met de ontwikkeling van een windpark. Daarna is vanaf 2017 de ontwikkeling van windparken voor de Zuid-Hollandse en Noord-Hollandse kust beoogd. In plaats van meerdere kleinere windparken op zee, kiest het kabinet voor slechts een beperkt aantal grotere windparken. Dat is goedkoper en levert minder horizonvervuiling op.