Met de Omgevingswet vereenvoudigt de Nederlandse overheid de regels voor ruimtelijke projecten. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Bijvoorbeeld woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken.

Tijdstraject wetsvoorstel

De minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft op 17 juni 2014 het wetsvoorstel ‘Omgevingswet’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer moeten het wetsvoorstel goedkeuren. Daarna volgt nog de publicatie in het Staatsblad en wordt er invoeringsregelgeving gemaakt. Naar verwachting treedt de wet in 2018 in werking.

Uitgangspunten Omgevingswet

Met de Omgevingswet wil het kabinet beter aansluiten op:

  • de samenhang tussen verschillende plannen en activiteiten voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur;
  • duurzame ontwikkelingen, zoals windmolenparken aanleggen;
  • de verschillen tussen regio’s. Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen meer ruimte om op omgevingsgebied hun eigen beleid te voeren. Regio’s kunnen dankzij de Omgevingswet beter aansluiten bij hun eigen behoeften en doelstellingen.

De Omgevingswet sluit ook beter aan bij Europese regels. Verder biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën.

Omgevingswet vereenvoudigt en bundelt omgevingsrecht

Het omgevingsrecht bestaat uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Zij hebben allemaal hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen. De wetgeving is daardoor te ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee werken. Daardoor duurt het bijvoorbeeld langer voordat een project kan starten.

Het kabinet maakt het omgevingsrecht makkelijker en voegt alle regelingen samen in 1 Omgevingswet. De volgende wetten gaan helemaal op in de Omgevingswet:

  • Belemmeringenwet Privaatrecht;
  • Crisis- en herstelwet;
  • Interimwet stad-en-milieubenadering;
  • Ontgrondingenwet;
  • Planwet verkeer en vervoer;
  • Spoedwet wegverbreding;
  • Tracéwet;
  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;
  • Wet inzake de luchtverontreiniging;
  • Wet ruimtelijke ordening.

Grotendeels gaan de volgende wetten op in de Omgevingswet:

  • Waterwet;
  • Wet beheer rijkswaterstaatswerken;
  • Wet herverdeling wegenbeheer;
  • Wet milieubeheer.

Van ongeveer 8 andere wetten gaan de onderdelen over omgevingsrecht naar de Omgevingswet.

  • Woningwet;
  • Monumentenwet 1988;
  • Wet natuurbescherming;
  • Wet luchtvaart;
  • Mijnbouwwet;
  • Spoorwegwet;
  • Wet lokaal spoor;
  • Wet bereikbaarheid en mobiliteit.

Wat betekent de Omgevingswet voor burgers, bedrijven en overheden?

Hieronder 3 voorbeelden:

  • Omgevingsplan voor overheden

    Sommige gemeenten hebben nu meer dan 100 bestemmingsplannen. In zo’n plan staat waarvoor een stuk grond of een gebouw mag worden gebruikt. Hiervoor in de plaats komt 1 omgevingsplan voor het hele gebied. Dit betekent minder regels en meer samenhang.

  • 1 loket voor burgers en bedrijven

    Willen burgers of bedrijven straks een project of activiteit starten? Dan hoeven zij nog maar bij 1 loket 1 vergunning (digitaal) aan te vragen. Daarna neemt de gemeente of de provincie een beslissing. Zijn ze beide verantwoordelijk voor de vergunningaanvraag? Dan neemt alsnog een van beide de beslissing. Dit is makkelijker voor de aanvrager en de vergunningsaanvraag is sneller afgehandeld.

  • Bedrijven hoeven minder onderzoek te doen

    Om een vergunning te krijgen voor een ruimtelijk project, moeten bedrijven onderzoek doen (bijvoorbeeld bodemonderzoek). Door de Omgevingswet zijn onderzoeksgegevens straks langer geldig. Hierdoor is het makkelijker om ze opnieuw te gebruiken. Sommige onderzoeksverplichtingen zijn helemaal niet meer nodig. Dit betekent minder kosten.