De PGS 31: ‘Overige gevaarlijke vloeistoffen: opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties’ is bijna definitief en is gisteren naar de programmaraad gestuurd. Na goedkeuring door de Programmaraad, zal er worden overgegaan tot de publicatie van PGS 31.

In deze richtlijn zijn de regels opgenomen voor het ontwerpen, bouwen, gebruiken (inwerking hebben), onderhouden, inspecteren/herclassificeren (in stand houden) van installaties voor opslag van gevaarlijke vloeistoffen (anders dan verpakte chemicaliën en brandstoffen), waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de bepaling van het
vereiste beschermingsniveau is uitgegaan van de stand der techniek die geldt voor de bouwkundige uitvoering van opslagvoorzieningen, brandbestrijdingssystemen (dit betreft een samenstel van
preventieve, preparatieve, en repressieve voorzieningen) en arbeidsmiddelen.

Tijdens de externe commentaarronde waren er ruim 800 commentaren binnengekomen. Deze commentaren zijn in eerste instantie door kleine werkgroepen voorbesproken en voorzien van
een eerste commentaar. Dit is vervolgens besproken in het kernteam. Na 7 overleggen in het kernteam, bleek dat er nog een aantal punten waren waar geen consensus over te verkrijgen was.
In eerste instantie is door de Programmaraad besloten om te stoppen met PGS 31 oude stijl en direct, met een nieuw team en een nieuwe voorzitter door te gaan met PGS 31 nieuwe stijl. De nieuwe
voorzitter, Ruud Peeters heeft hiervoor gesprekken gevoerd met de diverse stakeholders (deelnemers van het kernteam) en dit teruggekoppeld naar de Programmaraad. Hierin heeft Ruud Peeters de Programmaraad geadviseerd, mede op verzoek van de deelnemers van het kernteam, om de PGS 31 oude stijl af te ronden met het huidige kernteam, aangevuld met een afvaardiging vanuit I-SZW. De Programmaraad heeft dit advies overgenomen.