Dat de voorschriften voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen sms vragen oproepen en om advies van een goede PGS15 adviseur vragen verbaasd ons niets. Vaak is het lezen voorbij de regels. Zo kwam bij ons recent te vraag binnen met betrekking tot de inpandige opslag.

In de nieuwe PGS15:2016 wordt in voorschrift 3.2.4 aangegeven dat in een inpandige opslagvoorziening ten hoogste 2.500 kg verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR stoffen aanwezig mogen zijn, of 10 000 kg onbrandbare of niet brandonderhoudende verpakte gevaarlijke stoffen van uitsluitend ADR-klasse 8, verpakkingsgroep II of III zonder bijkomend gevaar, of ADR-klasse 9 of een combinatie van ADR-klasse 8 verpakkingsgroep II of III zonder bijkomend gevaar van ADR-klasse 9. Dat lijkt een versobering ten op zichten van de versie PGS15:2011. Deels is dat juist, tenslotte stond er in de 2011 versie dat je alle stoffen, dus ook brandbare stoffen, tot 10 ton mocht opslaan mits je  Feitelijk stond er in de 2011 versie een gelijkwaardigheid opgesomd en hoort dat niet in een voorschrift thuis. Reden om dat er uit te halen. Nog steeds blijft de mogelijkheid bestaan om in een inpandige opslag 10 ton brandbare vloeistoffen op te slaan. Hiervoor dienen dan wel technische maatregelen genomen te worden zoals bijvoorbeeld doorgeschakelde brandmelders. Het vaststellen van de condities doet u samen met een goede PGS15 adviseur die u naast goed advies tevens het gesprek met bevoegd gezag aan kan gaan.